Wanneer leert m’n baby omrollen?

In het eerste levensjaar (of kort daarna) leert je baby draaien, zitten, kruipen en staan − heel wat dus! De eerste keer omrollen is dus een grote mijlpaal in de grof motorische ontwikkeling van je baby. Eenmaal hij z’n hoofdje kan optillen in buikligging en zijn spieren sterker zijn, begint hij volop te oefenen. Maar hoe verloopt dat proces van omrollen? En wat als mijn baby niet omrolt? Kan ik ‘m dan stimuleren? Wij leggen het even voor je uit.

De 3 fasen van omrollen

Als je de volgende zaken kan afvinken bij je baby, dan is hij klaar om te rollen:

• Hij kan zijn hoofdje goed optillen.
• Hij ligt stevig op zijn buikje.
• Hij kan z’n knieën en voeten goed vastpakken in rugligging.

Dat getuigt van voldoende spierkracht. Nu kan het oefenen beginnen, en dat verloopt gewoonlijk in drie fasen:

Help, mijn baby rolt niet om!

Maak je niet druk, niet alle baby’s rollen even snel om. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen manier en tempo. Hierin speelt de aanleg en de motivatie van je kind een rol, maar evengoed de kansen en aanmoedigingen die hij krijgt. Creëer daarom een omgeving waarin je baby kan ontdekken, exploreren en nieuwe vaardigheden leren.

Zo zijn er eenvoudige manieren om je baby te stimuleren en hem uit te dagen om te rollen:

• Tummy time: Tummy time wilt zeggen dat je je baby op zijn buikje legt wanneer hij alert is én onder jouw toezicht staat. Doordat hij nieuwsgierig is naar zijn omgeving, zal hij zijn hoofdje proberen optillen en zich opdrukken, waardoor hij zijn nek-, arm- en rugspieren traint. Bouw dat langzaamaan op naar een aantal keer per dag, en dat telkens voor een paar minuten. De buikligging is een goede positie om te leren rollen van de buik naar de rug. 
• Samen spelen: Ligt je baby comfortabel op zijn buikje? Moedig hem dan aan om te rollen door een speeltje naast de baby te bewegen. Hij zal die kant op willen en zo misschien wel omrollen.
• Het voordoen: Het klinkt misschien onnozel, maar ga eens naast je baby liggen en toon het omrollen voor. Jij bent zijn voorbeeld, waardoor hij je spontaan gaat willen nadoen.
• Een handje helpen: Als je baby niet vanzelf de beweging maakt, kan je hem ook een handje helpen. Leg je baby van de rug op de zij. Strek zijn armpje omhoog, zodat die niet in de weg ligt om te kunnen rollen. Trek dan zachtjes aan zijn ander armpje, waardoor hij vanzelf omrolt. Herhaal dit regelmatig. Na een tijdje zal zijn lichaam deze beweging kennen en zal hij het zelf proberen.

Maak je je toch zorgen? Consulteer Kind & Gezin of ga eens langs bij een osteopaat om je ongerustheid te bespreken. Het is natuurlijk om je baby − al dan niet bewust − te vergelijken met andere baby’s in je omgeving of met broers of zussen. En vergeet niet: jij kent je kindje nog altijd het best!

Veilig omrollen

En dan is het grote moment daar: je kindje heeft het rollen onder de knie. Je glimt van trots − en terecht! Nu is het aan jou om ‘m beter in de gaten te houden, want hij kan nu ook ergens af rollen. Daarom geven we nog enkele veiligheidstips mee:

• Leg je baby steeds veilig in een park of op een (speel)kleed op de vloer.
• Ververs je baby steeds op een ververskussen dat een kuiltje heeft. 
• Stop met het inbakeren van je baby tijdens dutjes. Als je ingebakerde baby naar zijn buikje rolt, dan geraakt hij moeilijk terug, waardoor hij in ademnood kan verkeren.
• …

Nu je baby iets nieuws kan, is hij niet meer te stoppen. Dat vraagt dus extra waakzaamheid van jou. Je baby kent nog geen gevaren, wees dus alert!

Nu je baby sterk genoeg is om zich te draaien is het ook veilig om hem te laten buikslapen. Vind je het toch nog eng? Dat snappen we. Daarom hebben we een ademende Airgosafe-collectie ontwikkeld die maximale luchtdoorlaatbaarheid garandeert. Het is de veiligste collectie uit ons aanbod. 

Afhankelijk van wat je nog belangrijk vindt, kunnen we je een specifieke matras aanraden. Vul daarom onze matrastest in en ontdek het antwoord binnen de minuut:

Doe nu de matrastest